Cartagena met Cristiano


Stel. Cristiano Ronaldo. We kennen hem. Of Bill Gates. Bill kan ook. Eigenlijk kan het met iedereen die heel succesvol is. Of een onaards hoge portie geluk heeft. Maar Ronaldo is poëtischer. Dus stel. Ronaldo. De beste voetballer ter wereld. Of toch de beste die niet op een Hobbit lijkt. Geboren met gouden voeten en een gouden ambitie. Een gouden spierbundel, die alles wat hij aanraakt ook nog eens in goud doet veranderen.

Komt ' s avonds toe in zijn hotelkamer in een stad. Net een fenomenale match gespeeld. Alweer. De beste. Alweer. 3 goals. Alweer alles bewezen. Voor de zoveelste keer: outstanding. Een beest. 

Hij doet het raam open, kijkt even over de daken, naar de maan en gaat op zijn frisse bed liggen, zijn torso ontbloot. Knipt de TV aan. Overal de samenvatting van de match, zijn match. Het groene scherm lijkt een haardvuur dat zijn kamer, zijn lichaam, zij hele bestaan verwarmt. Shit, wat was hij goed. Wat is hij goed*.


Hij glimlacht, een minzame streep. Tevreden, trots ook, maar dat kan niemand zien, hoeft ook niemand te zien. Want hij is alleen met zichzelf en zijn prestatie. Vlak voor hij in slaap dommelt, kijkt hij even de kamer rond, neemt die op, zonder meer. Hij merkt in de prullenmand in de hoek van de kamer een papier. Het is een formulier. Een lottoformulier. Ingevuld, maar weggegooid, half verfrommeld. Waarschijnlijk van een vorige gast. Hij besteedt er verder geen enkele gedachte aan. Cristiano Ronaldo ziet het papiertje, voelt echter geen enkele behoefte om er iets mee te doen of om het vast te nemen, vergeet het, vergeet alles en valt in een diepe slaap.



De volgende ochtend, zappend tot aan het ontbijt, stoot Cristiano toevallig (of niet) op de lottotrekking. Hij herinnert zich het papiertje in de hoek, en werpt er vanaf zijn kussen een blik op. Het eerste nummer is alvast hetzelfde. Mooi. Het tweede ook. Tiens. Ze zijn allemaal correct. En Cristiano Ronaldo, al bedeeld met een onregelmatig hoog procent geluk**, wint die ochtend ook nog eens de lotto. 


Op de zelfde dag dat hij andermaal de beste voetballer ter wereld is, en zonder veel meer te doen dan kijken. Kijken naar een hoek van de kamer en het allemaal op hem af laten komen.







Stel. Dat dit de situatie is. Dat het zo gaat. En dat ik de mogelijkheid heb om het gevoel van Ronaldo die ochtend te peilen, op te meten. Met een emotionele thermometer of zo. Zodat het de waarheid kan worden.

Maar het is geen simpel gevoel. Misschien zijn het wel 1000 gevoelens samen, een galaxie van gevoelens. 

Dus adjectieven om die emotie te beschrijven, schieten allemaal te kort. Zo kan je haar enkel proberen te extraheren, te kristalliseren door de situatie, de sfeer, zo goed mogelijk te beschrijven, het licht van de TV in de nacht, de rust van de propere lakens, de grijns van Cristiano, de stilte van de lottocijfers. In de hoop dat de juiste gevoelens opgewekt worden, dat ze zo boven komen drijven. Zoiets. 

Zoals ik hierboven probeerde.





Toen ik enkele dagen geleden hier toekwam in Cartagena, een stad vol kleur, zon en verhalen, in het noorden van Colombia, denk ik dat ik me voelde zoals Cristiano Ronaldo, tijdens een fictieve ochtend, na een gewonnen wedstrijd en met een winnend formulier in zijn prullenbak.






* Al vind ik mezelf uiteraard doorgaans veel minder goed, succesvol of geslaagd, heb ik alles behalve goud-transformerende capaciteiten, is mijn ego een lachertje (net zoals mijn borstkas en mijn traptechniek), besteed ik quasi crimineel weinig aandacht aan mijn kapsel tov Cristiano, en probeer ik niet misnoegd te zijn als ik zelf niet als enige schitter

** Al dient gezegd: ook opoffering, wilskracht, inspanning en ambitie


Tranquilo (Medellin)

Als het oké is voor Colombianen, zeggen ze: tranquilo. Rustig. Op het eerste zicht lijkt het een soort bevel, of minstens aanwijzing. Zo van: maak je niet dik.

Omdat mijn beminde broer tijdens zijn puberteit soms dingen deed die mijn moeder wel degelijk soms een tikkeltje dik konden maken, en, als ze hem dan op kordate doch constructieve toon toesprak (zoals het een moeder ten aanzien van haar puberende zoon betaamt) en hij hierop, welja, doodgemoedereerd "rustig" zei, en zich zo in de ondoorgrondelijke nevelen van de metacomunicatie hulde, een antwoord als een bunker, een ivoren toren dat net daarom het bloed en de onrust vanonder mijn moeders nagels haalde, daarom dus, ben ik wat getekend door dit gebruik van "rustig"als antwoord en enigszins op mijn hoede.

Ik moest me aanvankelijk in Colombia dan ook wat inhouden om niet te steigeren als iemand me antwoordde met "tranquilo" en te reposteren dat ik "verdomme super rustig was en niemand, werkelijk nie-mand, mij moet liggen vertellen welke emotie, rust of onrust, ik moet hebben, hoe ik me moet voelen, hoe ik verdomme moet zijn". Maar dan besefte ik dat ik dan wel degelijk op mijn paard was gekregen, en het niet zo gek abnormaal was om mij, rood aangelopen, rust toe te wuiven. 

Of hoe je van niets iets kan maken. 








Simon Bolivar, el Liberador, maakte in 1819 van het Spaanse Niets een Latijns-Amerikaans Iets, namelijk een onafhankelijk Colombiaans rijk. Je vindt hem in elke stad, op een plein. En altijd op zijn paard.

Enkele dagen geleden liep ik ' s ochtends de keuken van het hostel binnen. Een Amerikaanse meid keek me aan en zei: '"seems everybody had a rough party night 'cause everybody looks like shit".  Dat kwam hard aan: ik was de avond voordien om 9 u gaan slapen, na enkel wat te hebben gelezen en bijna een sudoku te hebben opgelost.

Mijn gekopieerd meegenomen boek heb ik vroegtijdig beëindigd en beneden bij het papier gelegd, omdat drie vierde van de kortverhalen over het probleem van de Siciliaanse maffia gaat. Het spijt me uiteraard voor Sicilië, maar na drie gelijkaardige verhalen reikt je hals niet meer uit naar het vierde, als je begrijpt wat ik bedoel. 


Een local vertelde dat hij er gif op durfde innemen dat er de komende 5 jaar geen krasje, geen spatje vandalisme aan de metro zou worden toegebracht. De inwoners zijn zo hiervoor te trots op hun metro, de enige metro in Colombia. En te dankbaar voor haar naadloos functioneren, waardoor iedereen Medellin kan doorglijden en doorzweven, licht, veilig en verbonden. 
Achteraf vroeg ik me af waarom ik niet ook zo kon denken over lijnbussen vanuit Korbeek-Lo naar Bertem.

Gisteren leerde een groepje Colombianen me het Spaanse woord voor éénoog, tuerto, en ik leerde hen de uitdrukking met betrekking tot zijn positie als koning. Een pure win-win situatie, mocht je het mij vragen. 

Deze ochtend ben ik wakkergeristeld. Dit omdat de Indisch ogende buurman, die al enkele dagen zuchtend en steunend bivakeert op het bed naast het mijne, begon te knijpen in een heleboel plastic zakken. Of deze althans heel vaak open en dicht deed. En ik besefte fuck man, ik word hier wakker geritseld!

Hij zal zo wel zijn redenen gehad hebben, maar er zijn uiteraard leukere manieren om wakker te worden dan via geritsel. Ik dacht even dat ik op mijn paard zat, tot ik tranquilo tegen mezelf zei, hem bijna goedemorgen wenste, de ochtend met een kop koffie binnenwandelde en wat ging schrijven op het balkon van een hostel in Medellin. Ochtenden zijn cool, madrugamos entonces.



Bogot-à

Bogotà. Met het accent op de laatste a. Kort maar zacht uitgesproken. Die laatste a lijkt te willen ontsnappen.

Wil de lucht in. Nog hoger, de eeuwig grijze lucht in, 2600 meters boven zeeniveau, dwars door het regenachtige wolkendek waaronder de stad, haar stad, de stad die ze niet kon kiezen, als een uitgestrekt pluizig deken over de bergwanden is gelegd, uphill en downhill, met 9 miljoen krioelende monden te voeden, grijze grote gebouwen en groezelige straatjes, en een nieuw bussysteem dat meestal een beetje werkt.

Met in haar donkere plooien bedelaars op de straathoeken, zoekend in het afval, zonder schaamte, zonder tanden en met vuile gezichten en een glazen fles, waarvan je niet weet of ze hem gevonden hebben, gekocht of gekregen hebben, of ze hem opdrinken of inzamelen. En je kan niet lang kijken want je weet dat je niet te lang mag kijken, zeker niet als het doek van de nacht plots gevallen blijkt, het in 2 minuten donker is, en dat je eventueel wel mag antwoorden maar niet mag blijven stilstaan, moet blijven doorwandelen want het is al donker.

Op zondag worden de straten afgesloten voor verkeer en fietsen en joggen en glijden de families van Bogotà over de dambordpatronen. 

Of nemen andermaal de kabelbaan naar Montserrate, een kerk helemaal bovenaan, op een rots, en kijken dan van heel hoog naar hun gigantische stad. Alsof ze nog hoger dan hun normale 2600 meter boven zeeniveau moeten, willen, om perspectief te vinden. 

Of omdat ze willen ontsnappen. 

Bogotà. Klemtoon op laatste a. Kort, en de lucht in. Uitgesproken als een vlucht, een zucht.