In 2016
waren 8 miljoen Colombianen slachtoffer van het gewapend conflict (waarvan 220.000 er daadwerkelijk door
stierven). Dat wil zeggen dat één op zes Colombianen op één of andere manier
getekend is door de oorlog en het geweld.
Colombia
stond in 2017 ook geboekstaafd als 12de gevaarlijkste land ter
wereld. Qua arbeidsrechten is Colombia is één van de gevaarlijkste landen voor vakbonden en
werknemersorganisaties.
Met haar 146ste plaats (op 166 landen) bengelt het in de
ongunstige regionen van de Global Peace Index, tussen minder mooie eendjes als Palestinië,
Noord-Korea en Burundi. Ook op het hellende vlak van gelijkheid is het een sisser: Colombia is het
7de ongelijkste land ter wereld, en het 2de ongelijkste (enkel
Honduras - ‘Dat Helse Honduras’- klopt hen nog net aan de meet) in
Latijns-Amerika.
In 2016 bleek
uit een onafhankelijke internationale studie van het Zwitserse WIN/Gallup die die dingen jaarlijks meet, dat
Colombia het gelukkigste land ter wereld was.
Excusez-moi?
In 2016
bleek uit een onafhankelijke internationale studie van het Zwitserse WIN/Gallup dat Colombia het gelukkigste land
ter wereld was.
Ho maar. Hoe...?
Wacht. Eens. Héél. Even.
Wenkbrauwen
fronsen zich. Hooow maar.
Het begint
ergens te donderen. Verpulverd door de
hevige regenval breekt de klomp en de knikkers verdrinken in de stront. Waardoor
Petrus niet hoort dat ergens in de verte een haan een eerste maal begint te
kraaien
Kàn toch
niet. Deze combinatie. Zo gelukkig en zo veel mierda. Kan niet bestaan. Hoe
bestaat het?
De logica
krabt zich in de haren. Du jamais vu.
En toch is
het zo. Welkom bij het 8ste wereldwonder. Na Chichen Itza, Machu
Picchu en Cristo Redentor, het 4de van de Latino’s: Het Colombiaanse
Geluk.
Het
Colombiaanse Geluk
‘Laat ze
maar dansen en doen’, mokte mijn grootmoeder zaliger indertijd met een verveelde knik tegen
de dagelijkse chaos die vanuit het Zuiden haar TV-journaal bereikte.
En gelijk
had ze. Dat is exact wat ze in Colombia doen: dansen.
In
broeierige nachten aan de Caraiben dansen vrolijke, plakkerige lijven, samengesmolten
op het opzwepende geroffel van de tambores die de zwoele lucht vullen met
Cumbia of Champetea. Aan de Pacifische kust: ontblootte mannenborsten en korte
vrouwenbroekjes, zwart en zwetend, schuddend op Salsa-Choque, ras tas tas.
Meer het
binnenland in, begeleid door de klagende, volkse accordeon van de Vallenato:
samenvouwen koppels van middenbare leeftijd met bier en kapotte knieën die met
gesloten ogen stilstaand lijken te dansen, of dansend lijken stil te staan, of
iets tussen de twee in, vol heimwee naar iets wat waarschijnlijk nooit geweest
is.
De
hertrouwde bedrijfsleider met witte tanden, honden en een jeep in Bogota die ’s
avonds tango danst in een penthouse in de Zona T, waarbij hij haar in zijn
stevige armen legt en zij hem met smachtende, vuurrode lippen aankijkt terwijl
hun privé-leerkracht goedkeurend van haar wijnglas nipt.
De verlegen
tiener met indiaanse trekken, in lange, vierkanten hemdsmouwen op het lokale
schoolfeest in een klein gehucht in de Andes, steeds soepeler naarmate de salsa
vordert, naarmate het mooie onbekende meisje (dat hij met steeds meer overgave
in het rond trekt) naar hem glimlacht. Terwijl hij de dreigende alfablik van
enkele oudere jongens met oorbellen en arme tatouages uit zijn ooghoek probeert
te verdringen.
Houterige
gringo’s op een terras in Medellin, lachend aangemaand hun gène te verliezen,
zich tot algehele hillariteit werpend op de groteske, coopulerende bewegingen
van reggaeton.
Het kleutertje
met afro-vlechtjes in schooluniform, net van de bus gesprongen: ze passeert
langs een luidruchtig raam en kan haar ritmische voortspringende pasjes
gedurende 5 prachtige seconden onmogelijk tegenhouden.
Dansen
wordt er gedaan in Colombia. In alle betekenissen van het woord. Maar vooral in deze: Niet Stilstaan.
Niet Stilstaan
In Colombia
wordt er niet stilgestaan. Het gelukkigste land ter wereld danst zich door de
dagen.
Ik heb er
al een poosje over zitten nadenken. Ik denk dat er een link is tussen
geluksgevoelens en dansen: ze gaan hand in hand, in Colombia.
We zouden
kunnen bedenken dat dansen een uiting is van dat geluk. Of misschien is “prettigheid”
een betere term.
Dus: Geluk/Prettigheidà Dans
Maar
misschien is het in Colombia net omgekeerd.
Dansà Prettigheid/Geluk
Misschien
wordt er in Colombia door te dansen geluk opgewekt. Dat de dansende lichamen vanuit
het hele land, vanop de stranden, de bergen, vanuit de wouden, de steden, in de
tropische regen, in de blakke zon, de koude mist, zwart, geel, wit, in alle
kleuren, in alle kleren, in alle stijlen, in alle houdingen, in alle armen,
dik, dun, arm, rijk, Indiaans, Afrikaans, Spaans, geluk wordt opgewekt.
Als de
generatoren van een immense machine omhoogreikend, waardoor stoom ontstaat.
Een mooi
beeld, toch?
Dat
dansen en het navenante geluk in Colombia niet zozeer een gevolg van een aangename tijd op aarde
is, of de expressie van een prettig leven onder de zon.
Niet in een
land met 8 miljoen slachtoffers, waar het minimumloon 243 euro per maand is,
waar 1/3 personen onder de armoedegrens leeft.
Maar dat
dansen en de navenante prettigheid een overlevingsmechanisme is. Een weloverwogen keuze. Het
zorgt ervoor dat je niet hoeft te blijven stilstaan.
Het maakt
dat je kan opstaan om 4 u ‘s ochtends om je broze knoken doorheen de
verkeersopstoppingen naar je feodale job aan de overkant van Bogota te begeven.
Je zou kunnen klagen, je zou moeten klagen, maar je mag niet klagen want in
Venezuela is het nog slechter, God is barmhartig en je kleinkind nog steeds kerngezond.
En dat
dansen, o dat gelukzalige dansen, zorgt ervoor, op macroniveau, dat Colombiaanse
machine niet stilvalt. Maar het
macroniveau is een ander thema. Dat behandel ik later, nadat ik er nog
wat meer heb over nagedacht.
De titel
zal alleszins zijn: “Laat ons een pretpark maken van het landhuis van de
grootste Narco Maffiabaas ter wereld”.
Tot dan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten