“Gij zijt
niet van hier he?”
“Excuseert
u mij de vraag, maar vanwaar bent u?”
Ik zeg dan
soms, voor de mop, dat ik Costeño ben. De Costeño’s zijn de Colombianen van de
Caraiben.
De Costeño’s
spreken een moeilijk verstaanbare versie van het Spaans (ze slikken letters in)
en hebben de reputatie om voortdurend muziek door enorme boxen te laten
schallen, waarbij buren niet in rekening worden gebracht. Ze zijn doorgaans
niet altijd even stipt. Er wordt eerlijk gezegd meewarig gedaan over Costeño’s
in Colombia.
[gelach]
“Neenee, ik
kom uit Belgie”. Soms moet ik daarna zeggen dat het boven Frankrijk en naast
Duitsland ligt. “Ah, Duitsland...”klinkt het dan. Soms dromerig.
Sinds 2
weken ben ik taxichauffeur in Medellin, Colombia. Al zeiden 2 señoras uit de
hogere klasse me op nacht dat ik me niet zo mocht noemen, dat ik geen Taxista
maar “Conductor” was.
Taxista’s
hebben in Colombia een groezelige reputatie. Er bestaat een term voor het geval
Waarin Ze Je Niet Naar Je Bestemming Voeren
Maar Wel Naar Een Bankautomaat Om Je Af te Dreigen En Te Verplichten Je
Rekening Leeg Te maken En Je Daarna (al dan niet zonder kleren) Te Dumpen In
Een Louche Steeg. Ver weg van je bestemming. De term? El Paseo Milionario.
Rit der milionairs.
Mijn vorige
job als journalist bezorgde me plekken op plaatsen waar ik geen plekken wil
krijgen. Eén van de drie Engelstalige artikels die ik dagelijks door mijn pen
geramd moest zien te krijgen diende bovendien commercieel te zijn. Ik moest dus een
probleem creeëren (“He jij daar, ook zo weinig tijd om je coole filmpjes op Facebook
te posten?”) en dan subtiel een bedrijf vermelden dat de oplossing bood (“Met
Shitcutter knip en plak je in 1 minuut!”).
Dichter bij
Judas zal ik niet komen.
Moet je
horen. Er bestaat een multinational waarvoor je je kan inschrijven als je over
een auto beschikt die er modern en betrouwbaar uitziet, als je een rijbewijs hebt,
en tijd, en als je een duit (extra) wil (of moet) verdienen. Hier in Colombia
is dit bedrijf nog niet helemaal legaal. Dat komt
voornamelijk omdat de eigenaars van de grote taxi-vloten voornamelijk hoge
pieten uit Bogotà zijn met lange armen richting de wetgeving. Maar er zijn heel
wat mensen die omwille van dat multinationale, digitale bedrijf een living kunnen uitbouwen.
Taxichauffeur.
Het moet m’n meest zonderlinge job zijn sinds ik als student in ruil voor geld
struisvogels- en herten voederde, go-carrs in gang trok of
Berlijnse-bollen-op-het-strand verkocht.
Maar jongens, het is me wat.
Het is
diep-menselijk schoon. Dat is het.
Mensen
stappen in, verbazen zich over het feit dat een wit persoon met een moeilijke
naam (“zoals Tarantino, je weet wel, de regisseur”) aan het stuur zit.
Herinneren zich dat er een land als België bestaat. En gaan 15 tot 30 minuten
(afhankelijk van de file) naast mij zitten.
Eerst vraag
ik of ze comfortabel zitten, in casu: of het niet te warm of te kou is.
Afhankelijk van hun antwoord zijn er verschillende opties: raampjes open voor la brisa natural of airco. Dat laatste is een slap koord
want een minieme draai kan ervoor zorgen dat het te kil wordt. Vaak is het
allemaal wel goed.
En dan
vertrekken we richting bestemming. Ik vraag dan of ze een “specifieke route
verkiezen of dat ik gewoon het navigatiesysteem volg”. Dat navigatiesysteem is
digitale kaart op mijn telefoon en een Engelse stem die in mijn oortje (om het
discreet te houden) aangeeft of ik naar links of rechts moet draaien. Vaak is
het allemaal wel goed.
Mijn
telefoon bevindt zich tussen mijn benen. Dit om het discreet te houden.
De truk is
om het toeteren niet persoonlijk te nemen. “Als er in België op mij getoeterd
werd, was ik een week depressief”, zeg ik dan grappend tegen mijn passagier.
En
om in alle spiegels te kijken.
Want ze komen van alle kanten, hier.
Bijna altijd babbelen we. Mensen verbazen zich erover dat een wit persoon hun conductor
is. Witte Europeanen in Latijns-Amerika zijn hetzij toeristen hetzij minstens
CEO ofzo.
Mijn
loutere aanwezigheid achter het stuur is een schokgolf doorheen sociale
schemas. Het rammelt aan vastgeroeste structuren. Een Europeaan die mij naar
huis brengt.
“Maria Alejandra, moet je horen, nu ben ik deze ochtend toch naar huis gebracht door een Europeáán”.
En we
praten. Terwijl we rijden door rijke en arme buurten, terwijl de zon opkomt of
de nacht valt. Over België (koud?).
Terwijl we rijden over de aardige groene heuvels van Poblado, met rustgevende
palmbomen, met schitterende appartementen met unieke vergezichten en portiers. Over
Colombia (mooi!). Terwijl we aanschuiven in soepdikke files en hopen dat een
andere auto ons doorlaat. Over hoe ik mijn vrouw heb leren kennen in de
luchthaven (hoe romantisch!). Over de presidentsverkiezingen, politiek en hoe
gespleten de samenleving in dit 3de-ongelijkste land ter wereld is
(allemaal niet simpel).
Ik wijs. "In België krijg je een boete als je niet stopt voor dit zebrapad".
[gegrinnik]
We praten. Over op til zijnde examens natuurkunde, illegale familieleden in de VS en het feit dat Belgë 3
officiële talen heeft.
Terwijl we ons door barrios vol gaten en gehavend beton
en vuile, arme gezichten bewegen, waar jongleurs aan stoplichten een nummertje
opvoeren en daarna aan je raampje opduiken voor een cent. Waar zwarte mannen in
ontblote bast zonder te vragen je voorruit inzeepen.
In Colombia
hebben buurten nummers van 1 tot 5, die ook meteen de sociale klasse
weerspiegelen. Vijf is het meest succesvolle.
Mijn arbeid
knabbelt aan racistische overtuigingen en hermetisch classisme. Het is een tsnunami die dijken doet
overstromen en burchten inneemt.
En dat is
tof, ik had altijd al eens een vloedgolf willen zijn.
Een dronken
of autistische student (“I study the earthquake, I like the earthquake”), een
moeder met een zoontje met Down (“ik zal de weg wel tonen, gringo”) , een
zwarte familie met treurige, grote ogen, verhuizende, berooide Venezolanen,
Israeli’s op doorreis (“mogen we hier binnen roken?”), succesvolle Colombiaanse
zakenmannen met appartementen in Miami, studenten met hoop op een beurs in
Europa, hyperactieve studentes (“waaaa, een gringo!”)
Soms
zwijgen we. Dat is welkom en rustgevend. Ik heb een USB met mijn favoriete
nummers. Een stille fotograaf draaide bij Stromae plots de volumeknop open
en knikte ritmisch terwijl hij naar het landschap van de autosnelweg keek.
Enkele
dagen geleden vertelde een kranige dame op leeftijd met een enorm collier dat
haar zoons het beiden tot ingenieur hebben geschopt. Ik feliciteerde haar. “Het
was dankzij mij”, benadrukte ze. Want 30 jaar geleden was haar geliefde
echtgenoot op een dag verdwenen. Hij was gekidnapt en sinds die fatale ochtend
heeft ze niets meer van hem gehoord. Ze heeft nooit meer van een andere man
kunnen houden. Maar haar zoons zijn allebei ingenieurs.
“Daar mag
ik toch trots op zijn, he”? zei ze trots.
Ik zei dat ze enorm trots mocht zijn.
Ze lachte kort, bedankte me, ik bedankte haar.
En ze stapte eerbiedig uit, keek naar links, keek naar rechts, stak de straat
over, en liep de schoolpoort door om aan pubers wiskunde te gaan geven.
que te vaya bien, señor conductor! a ver si pronto me animo para viajar a Colombia tambien - alli te aviso en cuanto necesito un taxista confiable! un abrazo!
BeantwoordenVerwijderen